Uitleg: Microsoft Word
Mocht het nog niet gelukt zijn, installeer dan nu office 365 op je device.
Klik hier om naar de installatiepagina te gaan. Log in met je schoolgegevens.
Docent legt uit.
Opdracht
Open via portal.office.com de onlineversie van Microsoft Word.
Open ook op je device de applicatie van Microsoft Word.
Kijk met een tweetal of je verschillen ziet tussen beide schermen.
Download dit worddocument naar je eigen device.
Bewerk het volgens de stappen hieronder, tot het een verslag met een aantrekkelijke opmaak geworden is.
Sla het vervolgens op in jouw OneDrive, in de map voor het vak Digitale Geletterdheid.
Opdracht
Geef het verslag een voorblad, met een afbeelding die te maken heeft met het onderwerp.
Maak een automatische inhoudsopgave, daarvoor moet je de tussenkopjes voorzien van Kop 1, Kop 2 etc.
Verdeel een gedeelte van de tekst (zelf kiezen) in 2 kolommen.
Zoek op internet enkele afbeeldingen die te maken hebben met het onderwerp. Voeg deze toe in de tekst.
Verander de tekstterugloop van enkele afbeeldingen.
Deel het document met een klasgenoot en probeer samen te werken.
Cloud: Een verzameling computers waarop via internet bestanden zoals foto’s, video’s, en tekstdocumenten kunnen worden opgeslagen en weer opgevraagd.
Clouddienst: Een dienst die door bedrijven wordt aangeboden om data op te slaan of om online gebruik te maken van software.
Mappenstructuur: Verzameling (digitale) mappen die op een bepaalde manier met elkaar samenhangen en geordend zijn om bestanden op een logische wijze op te slaan.
Tekstverwerkingssoftware: Software waarmee teksten kunnen worden geschreven en vormgegeven, opgeslagen en afgedrukt.
Ik kan een nieuw tekstdocument maken in een tekstverwerkingsprogramma (in Microsoft Word).
Ik kan basisopmaak toepassen op tekst, zoals lettertype, lettergrootte, kleur en uitlijning.
Ik kan een inhoudsopgave opstellen en deze aanpassen aan de wijzigingen in het document.
Ik kan een document openen, bewerken en opnieuw opslaan in zowel een offline als een online omgeving.
Kerndoel 1: Digitale systemen
De leerling zet digitale systemen functioneel in.
Kerndoel 2: Digitale media en informatie
De leerling navigeert doelgericht in het digitale media- en informatielandschap voor het verwerven en verwerken van informatie